Wanneer begin je met zindelijkheidstraining? Zo weet je of je kind er klaar voor is

Geen haast – elk kind is uniek

De meeste kinderen zijn ergens tussen de 18 maanden en 3 jaar klaar. Het belangrijkste is dat je goed kijkt naar de signalen van jouw kind. Te vroeg beginnen kan het onnodig moeilijk maken en voor terugval zorgen. Geef je kind de tijd – dat werkt meestal het beste op de lange termijn.

Tekenen dat je kind klaar is voor het potje:

• Blijft langer droog, bijvoorbeeld na een dutje.
• Toont interesse in het toilet – loopt met je mee, wil doortrekken of op het potje zitten.
• Vindt natte luiers vervelend – wil meteen verschoond worden na plassen of poepen.
• Kan zelf de broek op- en afdoen, of probeert het.
• Laat duidelijk gedrag zien vóór het plassen of poepen – blijft stilstaan, houdt zich vast of zoekt een rustig plekje.
• Begrijpt eenvoudige instructies, zoals “ga op het potje zitten”.

Laat jouw kind meerdere van deze signalen zien? Dan is dit een goed moment om te beginnen!

Een veilige en positieve start

Zodra je merkt dat je kind er klaar voor is, kies dan een rustige periode om te starten. Vermijd grote veranderingen zoals verhuizen of op vakantie gaan. Kinderen hebben rust en routine nodig om iets nieuws te durven proberen.

Maak het leuk – koop samen een potje, lees een boek over stoppen met luiers of laat je kind zelf onderbroekjes uitkiezen. Vermijd druk en word niet boos bij ongelukjes – dat hoort erbij!

Gebruik een potjeschema – maak het duidelijk en leuk

Een vaste routine helpt je kind begrijpen wanneer het tijd is voor het potje. Een schema maakt het overzichtelijk – en een beetje leuker.

• Teken of print een schema met vaste momenten (bijv. ‘s ochtends, na het ontbijt, na het dutje, voor het slapengaan).
• Laat je kind vakjes aankruisen, stickers plakken of een zonnetje tekenen bij elke poging.
• Geef complimenten bij elke poging – ook als er geen plas of poep komt.