Je winterbaby aankleden – 7 tips!

1. Gebruik het laagjesprincipe

In plaats van je baby te dik aan te kleden, gebruik je drie lagen:

• Basislaag: Kleding direct op de huid, zoals een romper en legging van wol of zacht katoen.
• Middenlaag: Voor warmte, bijvoorbeeld een fleece of wollen trui en broek.
• Buitenlaag: Beschermt tegen wind, sneeuw en vocht, bijvoorbeeld een warme wintersneeuwpak.

2. Controleer de nek van je baby

De nek is een betrouwbare “thermometer”. Als deze zweet, verwijder dan een laag. Als deze koud is, voeg dan een laag toe. Onthoud dat handen en voeten vaak koeler zijn dan de rest van het lichaam.

3. Mutsen en wanten

• Muts: Een wollen muts die de oren en het hoofd bedekt, is essentieel, vooral als het sneeuwpak geen capuchon heeft.
• Wanten: Als het pak overslagmanchetten heeft of je baby in een voetenzak zit, zijn wanten optioneel. Bij zeer koud weer worden wanten nog steeds aanbevolen. Gebruik wantclips om ze op hun plaats te houden.

4. Slofjes of warme sokken

Bescherm kleine voetjes met wollen sokken, fleeceslofjes of zachte schoentjes. Gebruik clips indien nodig om uitglijden te voorkomen.

5. Extra dekens en lagen

Neem altijd extra dekens, mutsen en wanten mee voor uitstapjes in de buitenlucht. Baby's groeien snel en kleine spullen kunnen gemakkelijk afglijden.

6. Voorkom oververhitting

Pasgeborenen kunnen gemakkelijk oververhit raken. Controleer de nek en let op tekenen zoals roodheid of zweten.

7. Pas aan de activiteit en temperatuur aan

Houd je baby warm in een voetenzak tijdens wandelingen, maar pas de lagen binnenshuis aan. Laagjes maken het gemakkelijk om de temperatuur te reguleren.

Tip: Kies ademende materialen die zacht zijn voor de huid en warmte vasthouden. Wol, fleece en katoen zijn ideaal voor de winter.