Flesvoeding geven aan je baby

Het niet kunnen geven van borstvoeding kan leiden tot gevoelens van schuld, schaamte en verdriet. Het komt vaak voor dat vrouwen kwetsende opmerkingen horen wat deze gevoelens kunnen versterken. Het wel of niet geven van borstvoeding heeft niets te maken met hoe goed jij als ouder bent. Het is voor het kind het belangrijkst dat de moeder gezond is, veel belangrijker dan de keuze of ze nou wel of niet borstvoeding geeft. Zuigelingenvoeding is afgestemd op de behoeften van de baby en is een goed, voedzaam alternatief.

Voeden is het moment waarop jij je op je gemak kunt voelen, door te knuffelen met je baby, dicht tegen je aan, en samen kunt ontspannen. Zelfs als je geen borstvoeding geeft, kan je baby een gevoel van verbondenheid ervaren terwijl hij of zij in je armen ligt. Dankzij de aanraking van huid op huid wordt jullie band versterkt. Houd je baby op een lichte helling in je armen, bij voorkeur van huid op huid, en ondersteun het hoofdje en de nek van de baby met je arm. Maak het jezelf gemakkelijk, neem een kussen onder je arm als ondersteuning als dat nodig is, en zorg ervoor dat je niet gespannen zit of spanning veroorzaakt in je lichaam. Vergeet niet om van kant te wisselen bij de volgende keer dat je baby wordt gevoed. Laat je baby de speen vinden, houd de fles stil en laat je baby zelf het tempo bepalen en beslissen hoe lang hij of zij gevoed wil worden. Sommige baby's nemen even pauze en boeren tijdens de voeding, terwijl andere baby's dat niet doen. Het is aan jou om te beslissen welke fles je wilt gebruiken, maar het is goed als het gat in de speen groot genoeg is om de voeding niet te vertragen. Houd de fles tijdens het voeden schuin om er zeker van te zijn dat de tepel vol met melk zit. Tot slot, houd na het voeden je baby nog een tijdje in je armen.