Bewaren van borstvoeding

Het is belangrijk dat je je handen grondig wast voordat je met moedermelk aan de slag gaat. Alle verpakkingen, inclusief de pomp, opvangbeker, containers en andere onderdelen waarmee de melk in contact komt, moeten grondig worden gewassen en ontsmet.

Bewaartijden voor moedermelk:

Kamertemperatuur: Drie uur, mits het kind dezelfde dag nog de melk krijgt. Het is echter beter om de melk zo snel mogelijk te koelen.

Koelkast: 72 uur of maximaal 24 uur als de melk vervolgens wordt ingevroren.

Bevroren: Zes maanden.

Vergeet niet om een label te plakken met de datum waarop je de melk hebt afgekolfd.

Vers afgekolfde melk moet in de koelkast worden gekoeld, voordat het wordt toegevoegd aan andere gekoelde melk die je op dezelfde dag hebt afgekolfd. Meng nooit warme en koude melk door elkaar, om te voorkomen dat er bacteriën groeien.

Bij het invriezen van moedermelk is het een goed idee om deze in te vriezen in een ijsblokjesbakje. Op die manier is het gemakkelijk om alleen de hoeveelheid melk eruit te halen die je nodig hebt als je het wilt gebruiken. Het ijsblokjesbakje moet worden gewassen, gedroogd en afgekoeld zijn voordat de melk mag worden toegevoegd. Plaats het ijsblokjesbakje in een diepvrieszak en sluit het goed af rondom het bakje. Als de melk bevroren is, kan je dit uit het bakje halen en in de diepvrieszak bewaren. Een andere tip is om de moedermelk te bewaren in ijsblokjesvrieszakjes of in speciale diepvrieszakken voor moedermelk, die verkrijgbaar zijn bij de apotheek.

Om de moedermelk te ontdooien, zet je het in de koelkast, waar het 24 uur houdbaar is. Als je de melk onmiddellijk moet gebruiken, dan leg het dan in een warm waterbad. Laat de moedermelk niet ontdooien bij kamertemperatuur en gebruik niet een magnetron, want dit kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de melk. Resterende verwarmde moedermelk kan niet worden bewaard en moet worden weggegooid.