Meer over uitscheuren en rupturen

Kort nadat je bent bevallen, controleert de verloskundige of je bent uitgescheurd en gehecht moet worden. Voorafgaand aan de controle en het hechten krijg je een verdoving om het ongemak te verminderen. Vaak wordt er nog een extra bekkenbodemverdoving gegeven, ook wel pudendusblok. Het is belangrijk dat je goed wordt verdoofd. Je zal echter toch aanrakingen voelen, wat soms als onprettig kan worden ervaren. Als het zorgpersoneel de scheurtjes onderzoekt, lig je met je benen in de beugels, wat een goed overzicht geeft. Het is gebruikelijk dat je onderzocht wordt door twee verloskundigen of één verloskundige en een arts om er zeker van te zijn dat de ruptuur correct wordt beoordeeld. Om te kijken of er sprake is van een beschadiging aan de rectumspier, onderzoekt de arts of verloskundige meestal met één vinger je rectum. Tijdens het onderzoek en het hechten, kun je als je wilt huid-op-huidcontact hebben met je baby.

Soorten rupturen:

Scheuren in de bekkenbodem en vagina worden beoordeeld op een schaal van 1-4. Als je bent ingeknipt tijdens de bevalling, gaat het altijd om een tweedegraads ruptuur.

Graad 1: Oppervlakkige scheurtjes in het slijmvlies van de vagina of schaamlippen. De meeste vrouwen die bevallen krijgen eerstegraads scheurtjes. Deze genezen meestal snel zonder langdurig ongemak te veroorzaken. Sommige kleinere scheurtjes kunnen genezen zonder dat ze gehecht hoeven te worden.

Graad 2: Bij tweedegraads scheurtjes zijn de spieren van de bekkenbodem beschadigd. Van de vrouwen die voor het eerst bevallen, lopen circa 8 van de 10 een tweedegraads ruptuur op tijdens de bevalling. Een tweedegraads scheur wordt altijd gehecht, zodat deze goed kan helen.
Knippen: Als het hoofdje naar buiten komt, kan het soms nodig zijn dat je wordt ingeknipt in het perineum. Dat kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer de bevalling snel moet worden afgerond door bepaalde foetale geluiden of om te voorkomen dat er een grotere scheur van graad 3 of 4 ontstaat. Het inknippen wordt gedaan door de verloskundige of arts en je wordt vooraf verdoofd. Bij het inknippen wordt er altijd door de bekkenbodemspieren geknipt.

Graad 3 en 4: Een derde- en vierdegraads ruptuur betekent dat de rectumspier beschadigd is, een zogenaamde kringspierbeschadiging. Ook het darmslijmvlies kan beschadigd zijn geraakt. In 2017 kreeg in totaal ongeveer 2,9% van alle vrouwen die vaginaal bevielen een kringspierbeschadiging. Van de vrouwen die voor het eerst moeder werden was dat 5,4% en van de vrouwen die al eerder waren bevallen 1,3%. Het komt vaker voor dat je een kringspierbeschadiging krijgt als er een vacuümcup gebruikt moet worden tijdens de bevalling. Derde- en vierdegraads scheuren worden normaal gesproken door een arts gehecht in een operatiekamer en je gaat op controle bij je verloskundige.

De verloskundige of arts zal je meestal laten zien waar de scheur zit en wat voor soort scheur je hebt. Dit is ook terug te vinden in je medisch dossier.

Alle rupturen worden gehecht met draad die vanzelf verdwijnt. De scheuren genezen meestal goed, maar het kan even duren voordat je je weer de oude voelt. Na enkele maanden zijn de meesten hersteld, maar het genezingsproces gaat nog tot één jaar na de geboorte verder.

Lees hier meer over hoe je voor je ruptuur kunt zorgen.